CKV varendonck college
DE STAD
In de stad gebeurt het allemaal: nieuwe trends, modes en rages vinden daar vaak hun startpunt. Grote steden als Parijs, Londen, New-York en Amsterdam hebben een eigen sfeer, ritme en dynamiek, die moeilijk in een paar woorden te vangen zijn. Maar ook kleinere steden hebben een grote aantrekkingskracht,
omdat het leven daar bruisender lijkt dan daarbuiten en de mogelijkheden om je te ontplooien ruimer.
Vanouds zijn mensen van het platteland naar de stad getrokken op zoek naar avontuur of om daar hun geluk te beproeven.
Als we over de stad praten, hebben we het over twee begrippen. In de eerste plaats is een stad een locatie, een grote ruimte met straten en pleinen met veel woonhuizen, fabrieken, winkels, kantoren en gemeenschapsruimten als kerken, bioscopen en stadions.
Het karakter van de stad wordt echter niet alleen bepaald door de inrichting van de ruimte, maar bestaat vooral door de wisselwerking tussen de mensen die er wonen en hun omgeving. In Rotterdam hangt een andere sfeer dan in Maastricht.
Dat heeft niet alleen te maken met het verschil tussen de Coolsingel en het Vrijthof. De verbeelding van die wisselwerking
wordt tot uitdrukking gebracht door schrijvers, schilders, beeldhouwers, fotografen en filmers, de representatie ervan door stedenbouwkundigen en architecten.
Jij en de stad
-
Het leven in een stad heeft niet altijd alleen aantrekkelijke kanten en niet iedereen zal zich er altijd thuis voelen. Ga bij jezelf na hoe jij over de stad denkt. Schrijf in trefwoorden zoveel mogelijk associaties op en breng ze daarna onder in twee kolommen: positief en negatief. Welke overheersen?
-
Hieronder staan enkele uitspraken over de stad. Geef achter iedere uitspraak aan in hoeverre je het ermee eens bent. (1) geheel mee eens, (2) gedeeltelijk mee eens, (3) ik weet het niet precies, (4) gedeeltelijk mee oneens, (5) geheel mee oneens.
-
Vergelijk je antwoorden met elkaar en ga na waarom de meningen verschillen.
-
Beschrijf in het kort hoe volgens jou een ideale stad eruit ziet. Bedenkt daarbij wat je allemaal positief vindt en/of wat je mist in je eigen woonplaats. Wat vind je de leukste bestaande stad en waarom?
Uitspraken:
-
In een stad is het heerlijk wonen.
-
In een stad zijn de mensen toleranter.
-
In een stad kun je helemaal jezelf zijn.
-
Als je jong bent, moet je eigenlijk in een stad wonen.
-
Het leven in een stad is interessanter dan in een dorp.
-
In een stad kijkt niemand naar je om.
-
In een stad is het gevaarlijk.
-
Ik zou later wel in de stad willen wonen.
-
Wie van uitgaan houdt, moet eigenlijk in een stad wonen.
-
De mensen in een stad zijn ongelukkiger dan mensen van buiten.
-
In een stad leef je pas echt.
-
Kunst en cultuur komen alleen in een stad tot bloei.
Oriënteren
1. Kies uit onderstaand lijstje een stad en zoek op Spotify (of een andere streaming muziekdienst) naar een lied dat jou aanspreekt over deze stad. Luister goed naar de tekst en laat je inspireren tot een collage. In de les krijg je uitleg over het maken van een collage.
Amsterdam
Brussel
Parijs
Berlijn
Wenen
Rome
Barcelona
Moskou
Londen
Dublin
New York
Los Angeles
Istanbul
Tokyo
2. Ga op zoek naar een interessant gebouw in je omgeving. Fotografeer het gebouw en beschrijf kort wat je ziet en wat je aanspreekt aan het gebouw (je kunt voor de beschrijving eventueel de kijkwijzer architectuur gebruiken).
3. Laat je inspireren door straatkunst door middel van de volgende bronnen:
- Bansky
- Julian Beever
Fotografeer een vorm van straatkunst uit je omgeving. Denk bij het maken van de foto aan de tips en trucs die je geleerd hebt in periode 1 (over standpunt, belichting, kader etc.) . Print de foto en bewaar in je kunstdossier OF maak zelf een straatkunstwerk en fotografeer het resultaat. Bewaar de foto in je kunstdossier.
4. We gaan oefenen met ruimtelijk tekenen. In de les krijg je uitleg over 1 en 2 vluchtpunt-perspectief en isometrie. Maak op deze manier een tekening met potlood op a3 formaat van je droomhuis met omgeving (horizon op ooghoogte).
5. Heb je wel eens van Google Arts & Culture gehoord? Dit is een geweldige database van alles op gebied van kunst en cultuur
( o.a. via gratis applicatie op je mobiel). Zo is er een top 10 te vinden van 'swerelds meest hilarische gebouwen. Kijk maar eens hier. Maak zelf een ontwerp op schetspapier (met potlood of pen) van een hilarisch fantasiegebouw. De buitenkant moet totaal in contrast staan met de functie van het gebouw. Dus geen fastfoodcafé in de vorm van een hamburger.
Architectuur
De wereld om ons heen staat vol met allerlei vormen van architectuur. Architectuur is de kunst om gebouwen te bedenken, te tekenen en uit te laten voeren. Een ander woord voor architectuur is bouwkunst. Sommige bouwwerken vallen door hun vormgeving meer op dan andere, omdat ze groot en imposant zijn of omdat er sprake is van afwijkende vormen en bijzonder materiaalgebruik. Meestal gaat het om bouwwerken met een speciale functie bijvoorbeeld kastelen, musea, kantoren, stations, stadhuizen, kerken, bruggen etc.
Behalve de buitenkant, kan ook de binnenkant van een gebouw bijzonder zijn vormgegeven. Soms wordt de vormgeving van zowel het exterieur als het interieur door de architect ontworpen tot aan de meubels, het behang en de vloerbedekking toe.
Wat is nu eigenlijk een gebouw? Vitruvius, een Romeinse architect uit de eerste eeuw voor Christus, kan ons helpen met het beantwoorden van deze vraag. Volgens hem heeft een goed gebouw drie eigenschappen:
-
Functie
-
Constructie
-
Schoonheid
De functie van een gebouw is de manier waarop het gebruikt wordt. Dit is dus het nut dat een gebouw heeft voor de mens.
De constructie zorgt ervoor dat het gebouw overeind blijft staan. Deze bestaat bijvoorbeeld uit de balken op zolder of de betonnen palen in een hal.
Schoonheid is een moeilijk begrip. Wanneer is iets mooi en wanneer is iets lelijk? Over smaak valt niet te twisten, zeggen ze, maar je kunt wel zeggen dat er bij elk gebouw aandacht is besteed aan het uiterlijk.
Stijl is een begrip wat nauw samenhangt met schoonheid.
Niet ieder gebouw ziet er hetzelfde uit. Er zijn grote gebouwen, kleine gebouwen, lichte, donkere enzovoorts. Ondanks al die verschillen kun je ook bepaalde overeenkomsten zien. Zo zijn er gebouwen die bijvoorbeeld allemaal van rode baksteen gemaakt zijn of die als kenmerk zeer spits toelopende boogramen hebben.
Ook bij kleding zie je dat groepen mensen zich op een gelijke manier kleden. Sommige mensen geven de voorkeur aan een meer losse manier van kleden en dragen bijvoorbeeld wijde broeken en losse T- shirts. Anderen houden er een meer formele stijl op na. Net zoals bij kleding, kun je zeggen dat gebouwen met veel overeenkomstige kenmerken tot dezelfde stijl behoren.
Onthoud bovenstaande vier begrippen goed. Ze komen terug bij de vragen en de opdrachten.
In de les krijg je informatie over architectuurgeschiedenis, bouwstijlen, bouwmaterialen en -constructies.
Onderzoeken
De eindopdracht van dit thema is de praktische opdracht die hier beschreven staat.
Ter voorbereiding van deze PO onderneem je de volgende stappen:
1. Bekijk deze video over Urban Future van Unesco. De UNESCO verwacht dat in 2030, wereldwijd in 41 megasteden ongeveer 10 miljoen inwoners zullen leven. Er is momenteel sprake van een massale en snelle urbanisatie, die de nodige uitdagingen en kansen met zich meebrengt. Hoe kunnen we nu en in de nabije toekomst goed/beter leven in de stad?
2. Brainstorm over wat er nodig is voor betere woonplaatsen in de toekomst. Kernwoorden: groen, flexibel, gezond en smart.
3. Zoek op en omschrijf de volgende begrippen binnen de architectuur in eigen woorden:
- Bio based bouwen
- Tiny house movement
- Parametrisme
Ontwerpen
Voor de eindopdracht moet je een maquette of uitgewerkte tekening maken. Ter voorbereiding krijg je een aantal opdrachten en voorbeelden.
-
Bekijk deze video over maquette maken.
-
Ga naar de website van maquette bouwer Nickie Kieboom en kijk eens rond op deze website.
-
Noem minimaal 10 materialen waarmee maquettes worden gebouwd waarvan je voorbeelden ziet op de site.
-
Ga naar de maquettes via de knop linksboven in het menu. Bekijk de projecten Eindhoven 1, the sketch en nog 1 ander zelfgekozen maquette. Focus je op de boompjes in de maquette; Welke maquette boompjes spreken je het meeste aan en waarom? Beschrijf of teken minimaal 4 verschillende manieren om bomen/groenvoorziening in een maquette te verwerken.
-
Maak zelf 10 vormenstudies met papier en (afval)materialen zoals getoond in de voorbeelden hieronder en in de les. Fotografeer de studies en bewaar ze in je kunstdossier.
Meer weten over vormstudies? Bekijk dan hier hoe ze het op de Academie van Bouwkunst in Amsterdam aanpakken